COP30 eindigt zonder overeenkomst voor de uitfasering van fossiele brandstoffen

7

De Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP30) in Belém, Brazilië, werd afgesloten zonder toezeggingen te doen om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen, ondanks eisen van meer dan 80 landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en de EU. De uiteindelijke overeenkomst, genaamd de ‘Mutirão’, moedigt landen aan om vrijwillig de inspanningen te versnellen om af te stappen van olie, steenkool en gas. Deze uitkomst volgt op intensieve onderhandelingen waarbij olieproducerende landen zich verzetten tegen de druk om zich tot snellere reducties te verplichten.

Belangrijkste obstakels en verdeeldheid

Het gebrek aan bindende taal over fossiele brandstoffen onderstreept de diepe verdeeldheid tussen de deelnemende landen. Olierijke landen pleitten voor het recht om hun reserves te exploiteren voor economische groei, terwijl de klimaatafgevaardigde van Colombia, Daniela Durán González, benadrukte dat meer dan 75% van de mondiale uitstoot van broeikasgassen afkomstig is van fossiele brandstoffen, en eiste directe erkenning van deze realiteit.

De afwezigheid van de Amerikaanse delegatie – nadat president Trump de terugtrekking van het land uit het Akkoord van Parijs had aangekondigd – werd door de ervaren onderhandelaar Jennifer Morgan omschreven als een aanzienlijk ‘gat’ in de onderhandelingen. De VS hebben historisch gezien tegenwicht geboden aan het verzet van de olieproducerende landen.

Concurrerende belangen en beperkte vooruitgang

De uitkomst weerspiegelt de tegenstrijdige prioriteiten van landen. Saoedi-Arabië en anderen hielden vol dat elk land zijn eigen economische pad moet volgen, ongeacht zijn klimaatverplichtingen.

Sommige afgevaardigden hebben de uitkomst echter positief geformuleerd: Ruleta Thomas, de klimaatambassadeur van Antigua en Barbuda, verwelkomde de voortzetting van een functionerend proces, terwijl India de deal ‘zinvol’ noemde. Kleine eilandstaten vonden het “imperfect”, maar nog steeds een stap voorwaarts.

Toezeggingen op het gebied van klimaatfinanciering

Armere landen kregen beloften van meer klimaatfinanciering om de aanpassingsinspanningen te ondersteunen. De minister van Sierra Leone, Jiwoh Abdulai, merkte op dat er duidelijker wordt erkend dat landen met een hoge uitstoot van oudsher specifieke verplichtingen hebben met betrekking tot klimaatfinanciering.

Het onvermogen om tijdens de COP30 een concrete vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen veilig te stellen, onderstreept de moeilijkheid van het bereiken van een mondiale consensus over klimaatactie. Hoewel de gesprekken een mislukking hebben voorkomen, roept het gebrek aan handhavingsmechanismen van de overeenkomst ernstige vragen op over de vraag of de wereld haar doelstellingen zal halen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.

Het onvermogen van de wereld om de klimaatcrisis bij de wortel aan te pakken – fossiele brandstoffen – suggereert dat de kloof tussen ambitie en realiteit alleen maar groter zal worden zonder drastische veranderingen in het internationale beleid.