Duizenden opmerkelijk goed bewaarde voetafdrukken van dinosaurussen, die meer dan 200 miljoen jaar oud zijn, zijn ontdekt in het Stelvio Nationaal Park, Italië. De vondst, gedaan door natuurfotograaf Elio Della Ferrera, biedt een zeldzaam kijkje in de late Trias en de wezens die in de regio rondzwierven vóór het tijdperk van de moderne dinosauriërs.
Een toevallige ontdekking
Della Ferrera, die aanvankelijk dieren in het wild fotografeerde, zoals lammergieren en edelherten, merkte half september door zijn telelens een ongewoon patroon op. Hij besefte de potentiële betekenis en navigeerde ongeveer twee uur lang door uitdagend terrein – steile, overgroeide hellingen – om de locatie te bereiken.
“De laatste paar honderd meter zijn echt moeilijk af te leggen omdat ze verticaal zijn en er een kruimelige laag bovenop een harde bodemlaag ligt”, beschreef Della Ferrera de omstandigheden.
De sporen zijn zo duidelijk dat individuele teen- en klauwsporen zichtbaar zijn, die in sommige gevallen honderden meters overspannen. De fotograaf geeft toe dat hij de locatie eerder over het hoofd heeft gezien en zich in plaats daarvan heeft gericht op landschaps- en natuurfotografie.
Wat de voetafdrukken onthullen
Wetenschappers denken dat de voetafdrukken zijn achtergelaten door prosauropoden, vroege voorouders van langnekkige dinosauriërs zoals de brontosaurus. Deze plantenetende reuzen leefden tijdens het late Trias, een cruciale overgangsfase in de evolutie van dinosauriërs. De sporen leveren direct bewijs van hun aanwezigheid in wat nu de Italiaanse Alpen is, een gebied dat ruim 200 miljoen jaar geleden enorm verschilde qua klimaat en geografie.
De conserveringskwaliteit is uitzonderlijk, waarschijnlijk vanwege de unieke geologische omstandigheden die de prenten duizenden jaren lang tegen erosie hebben beschermd. Dergelijke ontdekkingen zijn zeldzaam omdat voetafdrukken doorgaans degraderen voordat ze fossielen vormen; deze site lijkt dat lot te hebben vermeden.
Waarom dit belangrijk is
De Alpen, een regio die nu bekend staat om zijn landschappelijke schoonheid, herbergde ooit een bloeiende dinosauruspopulatie. Deze voetafdrukken dienen als herinnering aan de dynamische geschiedenis van de aarde en de voortdurende verschuivingen in ecosystemen in de loop van de geologische tijd. De vondst benadrukt ook de rol van toeval bij wetenschappelijke ontdekkingen: het scherpe oog van een fotograaf, gecombineerd met toewijding, leidde tot een paleontologische schat.
De aanwezigheid van prosauropoden in deze regio roept verdere vragen op over migratiepatronen, milieuomstandigheden en de bredere verspreiding van dinosauriërs tijdens het Trias. Toekomstig onderzoek zal zich waarschijnlijk richten op het analyseren van de sporen om het gedrag van de kudde, de gang en mogelijk zelfs de grootte van individuele dinosauriërs te bepalen.
Deze ontdekking is een bewijs van de blijvende kracht van fossiel bewijsmateriaal om ons begrip van het verleden te herschrijven.
























