In de jaren veertig van de twaalfde eeuw betoogde Richard Fishacre, een Dominicaanse monnik die lesgeeft aan de Universiteit van Oxford, dat sterren en planeten niet uit een uniek ‘vijfde element’ bestaan, zoals de reguliere wetenschap beweert. In plaats daarvan gebruikte hij waarnemingen van licht en kleur om te concluderen dat ze uit dezelfde materialen bestaan als de aarde – een opmerkelijk vooruitziende blik die de moderne astronomie heeft bevestigd.
Het gevestigde geloof: een hemelse hiërarchie
Eeuwenlang domineerde de aristotelische natuurkunde het wetenschappelijke denken. Het stelde dat de kosmos rond de aarde was gestructureerd, met negen concentrische bollen waarin de planeten en sterren waren ondergebracht. Deze waren niet gemaakt van bekende aardse elementen (vuur, water, lucht, aarde) maar van een perfect, onveranderlijk “vijfde element” – quintessence. Men geloofde dat deze veronderstelde substantie transparant was en de basis vormde van alle hemellichamen.
Fishacre’s uitdaging: licht, kleur en compositie
Fishacre verwierp dit idee openlijk, met het argument dat sterren en planeten uit dezelfde vier elementen bestonden als op aarde. Zijn redenering concentreerde zich op hoe licht en kleur zich gedragen. Composietlichamen, gemaakt van meerdere aardse elementen, vertonen doorgaans kleur. Bij het observeren van Mars (rood) of Venus (geel) merkte Fishacre een zwakke kleuring op, wat erop wijst dat ze niet puur kwintessens waren.
De maan leverde het sterkste bewijs: de kleur en het vermogen om de zon te verduisteren bewezen dat deze niet transparant was. Als het van kwintessens zou zijn gemaakt, zou het zonlicht er ongehinderd doorheen moeten gaan, net als glas. Het feit dat het licht blokkeerde betekende dat het dezelfde materiële samenstelling had als de aarde. Fishacre breidde deze conclusie logischerwijs uit naar alle hemellichamen.
Tegenstand onder ogen zien
De ideeën van Fishacre werden niet goed ontvangen. Hij anticipeerde op een reactie en merkte op dat zijn tijdgenoten ‘ons zouden uitroepen en stenigen’ als hij Aristoteles uitdaagde. En dat deden ze: zijn leringen werden in 1250 veroordeeld door St. Bonaventure aan de Universiteit van Parijs, die de spot dreef met degenen die de gevestigde leer van het hemelse vijfde element in twijfel trokken.
Moderne bevestiging
De hedendaagse astrofysica heeft de redenering van Fishacre bevestigd. De James Webb-ruimtetelescoop maakt nu gebruik van transmissiespectroscopie – waarbij wordt geanalyseerd hoe licht door de atmosfeer van exoplaneten gaat – om elementen als water en zwaveldioxide te identificeren. Deze methode weerspiegelt in principe de aanpak van Fishacre: subtiele variaties in het licht onthullen de compositie.
Het inzicht van Fishacre toont aan dat eeuwenoude waarnemingen, gecombineerd met fysische basisprincipes, opmerkelijk nauwkeurige conclusies kunnen opleveren. De moderne astronomie heeft de instrumenten simpelweg verfijnd, maar de kernlogica blijft hetzelfde.
De moed van Fishacre bij het ter discussie stellen van gevestigde dogma’s, bijna 800 jaar geleden, was een voorafschaduwing van een wetenschappelijke revolutie. Hij toonde aan dat het universum niet op mystieke substanties is gebouwd, maar op dezelfde fundamentele elementen als onze eigen wereld.
