Oude dinosaurusfossielen onthullen verloren vliegvermogen

15

Paleontologen die opmerkelijk bewaarde 160 miljoen jaar oude fossielen van Anchiornis huxleyi – een gevederde dinosaurus uit China – bestuderen, hebben bewijs gevonden dat sommige dinosauriërs veren ontwikkelden zonder het vermogen te behouden om te vliegen. Deze bevinding daagt eerdere aannames uit over de lineaire voortgang van de vlucht bij dinosaurussen en moderne vogels, en onthult een complexere evolutionaire geschiedenis.

De complexiteit van vluchtevolutie

Tientallen jaren lang geloofden wetenschappers dat veren voornamelijk ontwikkeld waren voor de vlucht. Het nieuwe onderzoek suggereert dat veren aanvankelijk andere doeleinden hebben gediend, zoals isolatie of tentoonstelling, waarbij de vlucht bij sommige dinosauruslijnen onafhankelijk evolueerde – om vervolgens bij andere weer verloren te gaan. Dit is vergelijkbaar met moderne loopvogels zoals struisvogels en pinguïns, die veren behouden maar niet kunnen vliegen.

De ontdekking draait om negen uitzonderlijk bewaarde Anchiornis huxleyi -fossielen uit de Tiaojishan-formatie uit het late Jura. Deze fossielen behouden ongebruikelijk de oorspronkelijke kleur van de vleugelveren: wit met zwarte punten. Hierdoor konden onderzoekers niet alleen de structuur van de veren onderzoeken, maar ook hoe ze werden afgestoten en vervangen – een proces dat bekend staat als rui.

Ruipatronen als sleutelindicator

Ruipatronen zijn cruciaal: vogels die afhankelijk zijn van vluchtruiveren geleidelijk en symmetrisch, zodat ze tijdens het proces nog steeds kunnen vliegen. Daarentegen vertonen loopvogels een meer chaotische, onregelmatige rui. De onderzoekers ontdekten dat de Anchiornis huxleyi -fossielen het laatste patroon vertoonden. De groei van nieuwe veren was niet in lijn met de bestaande vleugelstructuur, wat wijst op een gebrek aan functioneel vliegvermogen.

“Gebaseerd op mijn bekendheid met moderne vogels, heb ik een ruipatroon geïdentificeerd dat aangeeft dat deze dinosaurussen waarschijnlijk niet konden vliegen”, zegt paleontoloog Yosef Kiat van de Universiteit van Tel Aviv, hoofdauteur van het onderzoek. Het team gebruikte de bewaarde verenkleuring om te bevestigen dat nieuwe veren in wanorde groeiden.

Implicaties voor het begrijpen van de evolutie van dinosauriërs

Deze bevinding is significant omdat het aantoont dat de evolutie van het vliegen geen eenvoudige, voorwaartse vooruitgang was. Dinosaurussen splitsten zich ongeveer 240 miljoen jaar geleden af ​​van andere reptielen, en kort daarna begonnen veren te verschijnen. 175 miljoen jaar geleden had de Pennaraptora-lijn (de voorouders van moderne vogels) veren ontwikkeld, maar sommige soorten binnen die groep verloren kennelijk hun vliegvermogen.

De studie, gepubliceerd in Communications Biology, onderstreept dat natuurlijke selectie niet altijd over verbetering gaat; soms gaan eigenschappen verloren als ze niet langer een overlevingsvoordeel bieden. Anchiornis huxleyi sluit zich nu aan bij andere gevederde, looploze dinosaurussen, wat het idee versterkt dat de evolutie van vleugels veel diverser en dynamischer was dan eerder werd aangenomen.

Dit onderzoek benadrukt hoe zelfs ogenschijnlijk kleine details, zoals verenruipatronen, ons begrip van het oude leven kunnen hervormen.