Vaak zien we in slaap vallen als een geleidelijk proces – oogleden worden zwaar, gedachten vertragen, totdat we uiteindelijk wegdrijven. Het blijkt dat dat beeld misleidend is. Uit recent onderzoek blijkt dat de hersenen feitelijk snel in slaap vallen, en niet langzaam.
Deze onverwachte bevinding zou een revolutie teweeg kunnen brengen in de manier waarop we slaapstoornissen zoals slapeloosheid begrijpen en behandelen. Eerder geloofden wetenschappers dat de hersenen geleidelijk overgingen van waken naar slapen. Direct bewijs voor dit idee is echter schaars.
Nu hebben onderzoekers van het Imperial College London een nieuwe manier ontwikkeld om de hersenactiviteit tijdens het begin van de slaap te volgen met behulp van elektro-encefalografie (EEG). Deze test meet elektrische patronen in de hersenen die overeenkomen met verschillende slaapfasen en waakzaamheid. Ze brachten in essentie de hersenactiviteit in kaart terwijl deze zich door verschillende toestanden bewoog, waardoor een ‘slaap-beginzone’ ontstond die de vroege stadia van de niet-snelle oogbewegingsslaap (NREM) vertegenwoordigde.
Door het analyseren van EEG-gegevens van meer dan 1.000 personen die in slaap vielen, ontdekte het team een duidelijk omslagpunt: ongeveer 4,5 minuten voordat het bewustzijn verloor, kelderde de hersenactiviteit plotseling en belandde in de ‘slaap-beginzone’. Deze snelle verschuiving vond binnen enkele ogenblikken plaats. Zie het zo: je loopt over een pad en dan bam! – stap je van een klif naar een andere wereld.
“Het is bijna alsof we in een andere toestand terechtkomen”, zegt Nir Grossman, hoofdonderzoeker aan het Imperial College London, en benadrukt de verrassende gelijkenis tussen ons gevoel van ‘in slaap vallen’ en de daadwerkelijke neurologische verschuiving die in onze hersenen plaatsvindt.
Deze ontdekking verklaart niet waarom deze plotselinge overgang plaatsvindt, maar geeft wel het precieze moment van de verandering aan. Deze precisie opent opwindende mogelijkheden voor toekomstig onderzoek. Door te bestuderen hoe de hersenactiviteit zich vlak voor dit omslagpunt gedraagt bij zowel gezonde individuen als mensen met slapeloosheid, kunnen wetenschappers mogelijk specifieke neurologische verschillen identificeren die bijdragen aan slaapstoornissen.
Dit zou de weg kunnen vrijmaken voor meer gerichte en effectieve behandelingen voor slapeloosheid, een aandoening die miljoenen mensen wereldwijd treft.
